| Ulteriore versione neerlandese (olandese/fiamminga) della poesia... |
EEN MEISJE | HET KLEINE MEISJE |
| |
Ik ben het die aan de deuren klopt, | Bij zo velen klopte ik aan, |
één voor één. | wie weet, ook bij jou misschien. |
Ik kan niet verschijnen voor uw ogen, | Maar doden zijn onzichtbaar, |
de doden verschijnen niet voor de ogen. | ik kan me niet laten zien, |
| |
Het is tien jaar geleden dat ik stierf | Het is nu tien jaar geleden |
in Hirosima. | dat ik in Hiroshima stierf. |
Ik ben een meisje van zeven jaar, | Ik ben een meisje van zeven, |
dode kinderen groeien niet meer. | dode kinderen groeien niet. |
| |
Mijn haren ontvlamden het eerst, | Eerst vatte mijn haar vuur, |
mijn ogen branden en verschroeiden. | dan verbrandden mijn ogen. |
Ik werd heel vlug een handvol as, | Ik werd een handvol as |
ik waaide op in de wind. | mijn bloed is vervlogen. |
| |
Er is niets dat ik wens voor mezelf. | Ik vraag van jullie niets, |
Geef me geen snoepjes, | je hoeft iet te boeten. |
een kind dat brand als een blad papier | Een kind dat verbrandde |
kan zelf geen snoepjes eten | kan niet eens meer snoepen. |
| |
Oompje, tante ik klop aan uw deur voor | Ik klop weer bij jullie aan: |
een woord van eer. | geel me toch je woord van eer. |
Moge de kinderen niet meer gedood worden, | Laat de kinderen snoepen |
zodat ze snoepjes kunnen eten. | en dood hen nooit meer, nooit meer. |